Bereiding

1. Breng de spliterwten met het water in een grote soeppan langzaam aan de kook. Roer af en toe door en schep het schuim weg. Let erop dat je de kookplaat niet te hoog zet, anders branden de spliterwten aan. Laat dit ongeveer een uur zachtjes koken.
2. Schil de knolselderij, aardappelen en winterpeen en snij deze in blokjes van ongeveer 1 cm en de prei in dunne ringen.
3. Schil de ui en de knoflook en snij deze met de peterselie en selderij fijn.
4. Voeg de knolselderij, winterpeen, aardappelen, prei, ui, knoflook en de kruiden toe aan de spliterwten. Doe hier de laurierblaadjes ook bij en breng het geheel weer aan de kook.
5. Laat het geheel nog minstens een half uur koken. Als het snel klaar moet zijn is dit prima, maar het wordt lekkerder als je het langer laat koken. Kook het geheel dan totdat de groenten geslonken zijn en het een dikkere massa is geworden.
6. Breng op smaak met peper en zout.
7. Maak de soep eventueel glad met een staafmixer, haal in dat geval de laurierblaadjes er even uit. Deze kun je weer toevoegen als de soep glad is.
8. Schep de soep in kommen en serveer eventueel met roggebrood met spek.

Eet smakelijk!

In de traditionele versie hoort natuurlijk een rookworst, als je dit wél wil, snij je de rookworst in plakken en voeg je deze als laatste toe. Deze hoeft niet meer gekookt te worden, alleen opgewarmd.

Tip: maak de erwtensoep een dag van te voren, dan is ‘ie nog lekkerder!

Je kunt de soep een paar dagen bewaren in de koelkast. In de vriezer blijft het een aantal maanden goed.